direct naar inhoud van 3.4 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Noord en Oost Dongen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2011000011-VG01

3.4 Cultuurhistorie en archeologie

Beleid en normstelling

Cultuurhistorie

De "Cultuurhistorische waardenkaart" (vastgesteld 26 september 2006, aangevuld 1 februari 2011) van de provincie Noord Brabant vormt het toetsingskader voor het inhoudelijke cultuurhistorische beleid. Op de cultuurhistorische waardenkaart (CHW) zijn meerdere aanduidingen opgenomen (historische bouwkunst, historische stedenbouw, historische geografie (lijnen en vlakken), historische groenstructuren, historische zichtrelaties, archeologische monumenten en indicatieve archeologische waarden).

Archeologie

Met de ondertekening van het verdrag van Valletta (1992) en de parlementaire goedkeuring daarvan (1998) heeft de Nederlandse overheid zich verplicht er op toe te zien dat met archeologische vindplaatsen rekening wordt gehouden bij ruimtelijke ordening, milieueffectrapportage, bouwactiviteiten en andere ingrepen in een gebied.

Het verdrag heeft inmiddels zijn weerslag verkregen in een wijziging van de Monumentenwet 1988, die op 1 september 2007 in werking is getreden, de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ). Een belangrijk uitgangspunt in het archeologisch beleid is dat ingrepen die tot de aantasting van de verwachte archeologische resten leiden, zoveel mogelijk worden vermeden. Het behoud in situ (op de oorspronkelijke plaats) gaat voor op het behoud ex situ (opgraven en bewaren in depot). Van belang is dat door middel van vooronderzoek tijdig inzicht wordt verkregen in de archeologische waarden van een gebied, zodat deze bij beoogde planontwikkelingen kunnen worden betrokken. Voor de ruimtelijke ordening is een belangrijke bepaling, dat de wet niet van toepassing is op projecten met oppervlakte kleiner dan 100 m2; de gemeenteraad kan een hiervan afwijkende andere oppervlakte vaststellen.

Om ervoor te zorgen dat het archeologisch erfgoed wordt beschermd en er bij ruimtelijke afwegingen rekening wordt gehouden met archeologische waarden, zijn de volgende instrumenten beschikbaar.

  • de Archeologische Monumenten Kaart (AMK),
  • de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW),
  • het Nationaal Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS).

Op de AMK staat informatie van bekende en vastgestelde archeologische waarden, waaronder archeologische monumenten. Het betreft onder andere historische stads- en dorpskernen en clusters oude bebouwing. Deze zijn aangeduid als gebieden van hoge archeologische waarden. Binnen deze contouren kunnen in de bodem resten van vroegmoderne en waarschijnlijk ook van laatmiddeleeuwse (vanaf circa 1300 AD) bewoning aangetroffen worden. Ook sporen van oudere bewoning kunnen aanwezig zijn.

De IKAW gaat uit van een verwachtingswaarde voor het aantreffen van archeologische resten. In ARCHIS zijn alle bekende archeologische waarden opgenomen waaronder gegevens over bekende vindplaatsen. Deze instrumenten vormen de ruggengraat van het inhoudelijk archeologisch beleid met behulp waarvan het beleid getoetst en ontwikkeld kan worden.

Erfgoedverordening van de gemeente Dongen 2010

Deze verordening is op 30 september 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Centrale beleidsregel daarin is dat het verboden is om in een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied de bodem dieper dan 50 cm onder de oppervlakte te verstoren. Op het verbod zijn uitzonderingen mogelijk, zoals voor een verstoring in een gebied:

  • met een lage archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 50.000 m2;
  • met een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m2 (hiermee wordt aangesloten op de oppervlaktemaat uit de Monumentenwet 1988);
  • waarvoor in het bestemmingsplan reeds bepalingen zijn opgenomen voor archeologische monumentenzorg.

Het verbod geldt evenmin indien een rapport is overgelegd waaruit blijkt dat aanwezige archeologische waarden in voldoende mate kunnen worden veiliggesteld of dat deze niet onevenredig worden geschaad dan wel dat in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.

Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Dongen 2011

De archeologische beleidskaart is vastgesteld door de gemeenteraad op 10 februari 2011 en moet gelezen worden in relatie tot de vastgestelde Erfgoedverordening. In figuur 3.2 is een fragment van deze kaart opgenomen. De lichtoranje gebieden zijn gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde en de gebieden met een donkeroranje/rode kleur zijn gebieden met een hoge verwachtingswaarde. Voor deze gebieden is het uitgangspunt dat onderzoek wordt uitgevoerd als ruimtelijke ingrepen worden uitgevoerd of gepland die de eventuele archeologische waarden kunnen aantasten. Archeologisch onderzoek is nodig bij gebieden groter dan 100 m en bij een diepte van meer dan 50 cm.

afbeelding "i_NL.IMRO.0766.BP2011000011-VG01_0008.jpg"

Figuur 3.2. Fragment archeologische beleidskaart

Toetsing / beoordeling

Cultuurhistorie

Voor het plangebied zijn de volgende aanduidingen uit de CHW van belang:

Historische Stedenbouw

Binnen het plangebied hebben de historische, herkenbare ruimtelijke structuren van de Sint Josephstraat en Vennen geleid tot aanwijzing van deze straten als historische stedenbouw met redelijk hoge waarden. In het voorliggende bestemmingsplan zijn deze straten en aanliggende bebouwing overeenkomstig de huidige situatie bestemd.

Historische Geografie

Met de historische geografie wordt bedoeld de ruimtelijke neerslag van de aanpassingen die de mens in de loop der eeuwen heeft gedaan aan de natuurlijke omgeving. Het betreft zowel lijnelementen (zoals wegen en waterlopen) als grotere vlakelementen. In het plangebied zijn de Bolkensteeg, de Procureurweg, de Veldstraat - Menno Ter Braakstraat en de C.L. Bressersstraat - Paul van Ostayenstraat elementen met redelijke hoge waarden aangegeven. Deze elementen wordt in het voorliggende bestemmingsplan gerespecteerd.

Historische bouwkunst

Op de CHW zijn de rijksmonumenten en de cultuurhistorisch waardevolle panden uit een provinciale inventarisatie (MIP- panden) weergegeven. In het plangebied is alleen het pand Vennen 3 aangemerkt als rijksmonument en het pand Vennen 1 als gemeentelijk monument. Daarnaast is in het kader van het enige jaren geleden uitgevoerde Monumenten Inventarisatieproject (MIP) de romp van de voormalige korenmolen De Hoop aan Mgr. Nolenslaan 17 geselecteerd als cultuurhistorisch waardevol pand. De molenromp is in gebruik voor detailhandel.

Molenbiotoop

Rond de hiervoor vermelde molenromp is op de CHW een molenbiotoop met een straal van 400 meter aangeduid. Binnen een molenbiotoop kunnen hoogtebeperkingen gelden voor obstakels voor een zoveel mogelijk onbelemmerde windtoetreding tot de molen. Dit is voor het technisch functioneren van de molen van belang, ook al is de molen niet meer bedrijfsmatig in gebruik.

De gemeente Dongen erkent het belang van behoud van dit cultuurhistorisch waardevolle bouwwerk (zie hiervoor). De molenbiotoop wordt in dit bestemmingsplan echter niet beschermd. Er is immers geen sprake van een draai- en maalvaardige molen en er is geen concreet zicht dat de molen binnen de planperiode volledig zal worden gerestaureerd. Terughoudendheid ten aanzien van het beperken van bouwhoogten en hoogten van beplanting in de omgeving van de molen is dan ook op zijn plaats.

Archeologie

In het plangebied komen geen (beschermde) archeologische monumenten voor. Op de CHW, IKAW en de archeologische beleidsadvieskaart heeft het grootste deel van het plangebied een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde. Dit betekent dat voor dat gebied in geval van bouwplannen of van andere werkzaamheden die de ondergrond kunnen verstoren archeologisch onderzoek noodzakelijk is indien de ontwikkeling of verstoring betrekking heeft op een oppervlakte van 100 m2 of meer en op een diepte van meer dan 0,5 meter. In de woonwijken Hoge Akker II en III zijn verschillende gebieden aangeduid die door ontgrondingen zijn verstoord. In deze gebieden kunnen bodemingrepen in vrijwel alle gevallen zonder archeologisch onderzoek worden uitgevoerd

Conclusie

De cultuurhistorisch waardevolle elementen in het plangebied worden in het voorliggende bestemmingsplan gerespecteerd. Een specifieke regeling is niet nodig. De bescherming van het rijksmonument Vennen 3 is geregeld in de 'Monumentenwet 1988' en die van het gemeentelijk monument Vennen 1 is geregeld in de 'Erfgoedverordening van de Gemeente Dongen 2010'.

Een groot deel van het plangebied heeft een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Bij bodemingrepen in dit gebied die dieper gaan dan 0,5 meter en een oppervlakte beslaan van 100 m2 of meer is archeologisch onderzoek nodig. Dit is in voorliggend bestemmingsplan vastgelegd. Aangezien het grotendeels gaat om een afgebouwd woongebied, zal het aspect archeologie in de meeste gevallen geen belemmering vormen voor het normale gebruik. Wel kan bij een andere invulling van bijvoorbeeld de onderwijslocaties archeologisch onderzoek nodig zijn. Voor de wijze waarop met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen aan de Bolkensteeg 50 en Martinus Nijhoffstraat wordt omgegaan met het aspect cultuurhistorie wordt verwezen naar de bijlagen 1 en 2.