direct naar inhoud van 3.1 Milieuhinder
Plan: Noord en Oost Dongen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2011000011-VG01

3.1 Milieuhinder

3.1.1 Inleiding

In deze paragraaf wordt ingegaan op de milieuaspecten van de in het plangebied aanwezige bedrijven. Onderscheid wordt gemaakt in:

  • bedrijven (paragraaf 3.1.2 Milieuhinder bedrijven);
  • horeca (paragraaf 3.1.3 Milieuhinder horeca);
  • sportpark (paragraaf 3.1.4 Milieuhinder sportvoorzieningen);
  • overige functies (paragraaf 3.1.5 Milieuhinder overige functies).

3.1.2 Milieuhinder bedrijven

Beleid en normstelling

Milieuzonering

Ter beperking van milieuhinder voor de omgeving worden grenzen gesteld aan de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten. Dit gebeurt aan de hand van een milieuzonering. Deze milieuzonering geeft aan:

  • welke activiteiten voor de huidige en toekomstige bedrijven mogelijk zijn;
  • welke bedrijven in de toekomst binnen het plangebied uit milieuoogpunt toelaatbaar zijn, indien bestaande bedrijvigheid verdwijnt.

Het is algemeen gebruik om te zoneren op basis van richtafstanden voor de verschillende milieuaspecten (geluid, geur, stof, risico). Deze richtafstanden kunnen worden ontleend aan de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van 2009.

Basisreferentie rustige woonwijk

Het uitgangspunt bij de bepalingen van de afstanden volgens de VNG systematiek is dat het gaat om woningen gelegen in het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Dit is een basisreferentietype woonwijk, zonder functiemenging en met weinig verkeer.

Niet elke omgeving is te typeren als rustige woonwijk. Dit maakt dat een nader onderzoek naar de feitelijke omgeving (plangebied en omgeving) nodig is.

Indien de omgeving in de specifieke situatie dit rechtvaardigt, kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden. In het bestemmingsplan wordt dit onderbouwd. Beoordeeld wordt van welke omgeving sprake is en voor welke milieuaspecten die correctie aanvaardbaar wordt geacht.

Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Gelet op het karakter van het plangebied, een woongebied met verspreid enkele vormen van kleinschalige of ambachtelijke bedrijvigheid is gekozen voor de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" (SvB)1 Voor een nadere toelichting op deze staat wordt verwezen naar bijlage 3. Deze staat is afgestemd op de genoemde VNG-publicatie2)  en gekoppeld aan de planregels van het bestemmingsplan. Het is daarmee een eerste globaal toetsingskader voor de toelaatbaarheid van bedrijven. In een concrete situatie is milieuwetgeving bepalend.

Enige hinder is aanvaardbaar. Deze specifieke SvB houdt rekening met het feit dat activiteiten in functiemengingsgebieden qua schaal sterk kunnen verschillen van de activiteiten op een bedrijventerrein.

Met behulp van de SvB kan ook de mate van milieubelasting van de reeds in het plangebied aanwezige bedrijven en bedrijfsactiviteiten globaal worden beoordeeld.

Uitgangspunten

  • Randvoorwaarde is dat de milieuhinder voor de omgeving tot een minimum moet worden beperkt.
  • Voor de bedrijven in het plangebied, die voornamelijk te midden van woningen zijn gevestigd, wordt de bestaande situatie bevestigd.

Uitgaande van deze randvoorwaarden kunnen in het plangebied niet alle denkbare bedrijfsactiviteiten worden toegelaten. Op de bedrijfspercelen in het plangebied die liggen te midden van woonbebouwing (in de deelgebieden de Biezen en Hoge Akker ) worden daarom bedrijven tot en met categorie A toelaatbaar geacht. Categorie A-activiteiten zijn activiteiten die zodanig weinig milieubelastend zijn voor hun omgeving, dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiden tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend. Een uitzondering wordt gemaakt voor het oude lint in de wijk Hoge Akker (de Vennen). In het lint is sprake van een van oudsher zo gegroeid gemengd gebied. In dit lint zijn bedrijven uit maximaal categorie B1 toegestaan. Categorie B1-activiteiten zijn bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies in een daarvoor omschreven gebied met functiemenging zijn toegestaan3. De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn.

Het deelgebied Achterberg is een ouder woongebied met een meer gemengd karakter. Omdat hier sprake is van een historisch gegroeide situatie kunnen hier ruimere mogelijkheden worden geboden. Op de bedrijfspercelen in dit deel van het plangebied kunnen bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie B1 worden toegestaan.

Toetsing / beoordeling

Aanbod en situering

Bedrijvigheid

In het plangebied zijn diverse bedrijven gevestigd. De bedrijven zijn voor het merendeel lokaal van karakter. Daarnaast zijn buiten het plangebied, ook enkele bedrijven gevestigd. Deze bedrijven zijn in deze paragraaf niet beschouwd, aangezien het een bestaande situatie betreft, die door de vaststelling van dit bestemmingsplan niet zal wijzigen.

Inschaling van bedrijven

De thans gevestigde bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de desbetreffende milieucategorieën van de SvB. Uit de inschaling in bijlage 5 blijkt dat, op één bedrijf na, alle bedrijven in categorie B1 vallen. Eén bedrijf kan niet worden ingeschaald in de SvB. Voor dit bedrijf zullen de bestaande planologische rechten worden gerespecteerd.

Voor zover bedrijven niet aan milieuwetgeving kunnen voldoen, is verplaatsing gewenst naar een bedrijventerrein (bijvoorbeeld Tichelrijt) waar ook op langere termijn kan worden voldaan aan de (veranderende) milieuwetgeving en dat ook voldoende ruimte biedt voor een gezonde bedrijfsontwikkeling. Op dit moment zijn dergelijke bedrijven niet bekend.

Klachten over bedrijven

Bij de gemeente zijn geen klachten van omwonenden over de aanwezige bedrijven bekend.

Conclusie

Met betrekking tot de huidige situatie ten aanzien van bedrijven in het plangebied zijn er geen belemmeringen aanwezig.

3.1.3 Milieuhinder horeca-bedrijven

Beleid en normstelling

Staat van Horeca-activiteiten

Voor het reguleren van horecabedrijven is een Staat van Horeca-activiteiten (SvH) beschikbaar. In dit bestemmingsplan wordt hiervan gebruik gemaakt. Vergelijkbaar met de SvB wordt bij de uitwerking van een ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden:

  • indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën;
  • onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid;
  • uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar.

Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de SvH drie hindercategorieën onderscheiden (waarvan één categorie met drie subcategorieën): lichte, middelzware en zware horeca. Voor een uitgebreide toelichting op de SvH wordt verwezen naar bijlage 4.

Inschaling en toelaatbaarheid

Uit milieuhygiënisch oogpunt worden in het plangebied horeca-activiteiten uit maximaal categorie 1b rechtstreeks toelaatbaar geacht. Dit zijn lichte horecabedrijven die over het algemeen slechts beperkt hinder veroorzaken voor omwonenden.

Dit betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De SvH geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van horecabedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. In bepaalde gevallen kan onder voorwaarden worden meegewerkt aan de vestiging van een zwaardere categorie. Dit is het geval als het bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten minder hinder veroorzaakt dan in de SvH is verondersteld.

Toetsing / beoordeling

Aanbod en situering

In paragraaf 2.1. is ingegaan op het binnen het plangebied aanwezige horeca-aanbod. Het gaat om chinees-indisch (afhaal)restaurant, een pizzeria annex shoarma (afhaal)restaurant en een snackbar/frituur.

Inschaling van horecabedrijven

De horecabedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de desbetreffende milieucategorieën van de SvH. Uit de inschaling in bijlage 5 blijkt dat twee bedrijven in categorieën 2 vallen en één bedrijf in categorie 1c.

Klachten over horecabedrijven

Alleen over het restaurant aan de Sint Josephstraat zijn recente klachten bekend over geluidoverlast. Deze klachten kunnen op basis van milieuwetgeving en met handhaving van de openbare orde worden opgelost.

Conclusie

Alle aanwezige horeca-functies vallen in relatief zware horecacategorieën. De bestaande functies kunnen in voorliggend plan positief worden bestemd omdat de milieuhinder voor de omgeving kan worden beperkt met milieuwetgeving en met handhaving van de openbare orde.

3.1.4 Milieuhinder sportvoorzieningen

Beleid en normstelling

Voor het sportpark “De Biezen” aan de Procureurweg en de Min. Goselinglaan is het "Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer" (het "Activiteitenbesluit") van kracht. Belangrijke milieuaspecten zijn geluid, verkeersaantrekkende werking en visuele hinder afkomstig van lichtmasten.

Voor nieuwe situaties dient op grond van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (2009) tussen sportvoorzieningen (met verlichting) en nieuwe milieugevoelige functies (waaronder wonen) een richtafstand van circa 50 m te worden aangehouden. Voor eventuele gemengde gebieden kan mogelijk een kleinere afstand worden aangehouden.

Toetsing / beoordeling

Voor wat betreft het aspect geluid zorgen vooral sportevenementen van de voetbalvereniging op het sportpark af en toe voor overlast. De verkeersontsluiting van het park en de daarbij behorende parkeervoorzieningen vindt plaats vanaf de Min. Goselinglaan, een belangrijke hoofdweg in Dongen. Twee speelvelden zijn voorzien van verlichting. De dichtstbijzijnde woningen bevinden zich aan Hortastraat, op zeer korte afstand van de velden. Ten opzichte van de woningen aan de Duikerstraat en de Gaudistraat bedraagt de afstand 10 m of meer. Deze afstand is redelijk krap, aan de richtafstand wordt niet voldaan. Dit laatste geldt ook ten opzichte van de woningen aan de zuidzijde van de Min. Goselingslaan.

De hiervoor vermelde VNG-publicatie is voor het bestemmingsplan niet relevant, aangezien er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.

Conclusie

Het sportpark ligt midden in de woonwijk Hoge Akker 1e fase, op redelijk korte afstand van woningen. De gemeente acht deze situatie aanvaardbaar omdat het gaat om een bestaande situatie en er behalve tijdens incidentele sportevenementen er bij de gemeente geen klachten bekend zijn.

3.1.5 Milieuhinder overige functies

Beleid en normstelling

In het plangebied zijn verschillende andere functies aanwezig, zoals bijvoorbeeld onderwijsvoorzieningen (basisscholen en voortgezet onderwijs), medische voorzieningen (huisartsenpraktijk, dierenkliniek) en detailhandel en kantoren.

Om milieuhinder van deze functies ten opzichte van woningen te voorkomen, dient bij het projecteren van nieuwe functies en van milieugevoelige objecten (woningen) rekening te worden gehouden met richtafstanden uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" uit de eerder vermelde VNG-publicatie. (In de SvB die in dit bestemmingsplan wordt gehanteerd en die is gekoppeld aan de regels, komen deze andere functies niet voor omdat hiervoor geen bedrijfsbestemmingen worden gehanteerd.)

Toetsing / beoordeling

In tabel 3.1. zijn de verschillende aanwezige functies in het plangebied met bijbehorende categorieën uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" van de VNG opgenomen.

Tabel 3.1. Categorieën overige functies

functie   SBI-code   categorie SvB 'functiemenging' VNG  
onderwijs   801   B1  
kinderopvang   853   B1  
gezondheidscentrum   8512   A  
detailhandel   52   A  
kantoren   74   A  

Afstemming

Uitgangspunt is dat de diverse voorzieningen een functie hebben voor de gehele wijk. Van belang daarbij is echter dat de huidige bewoners geen (onoverkomelijke) hinder ervaren van de verschillende functies. De functies dragen juist bij aan de leefbaarheid in de wijk.

Uit tabel 3.1 blijkt dat de aanwezige functies alle zijn in te delen in categorie A of B1. Categorie A- en B1-activiteiten kunnen direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies worden toegestaan. De eisen uit het Bouwbesluit zijn toereikend om eventuele hinder te voorkomen.

In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe locaties met milieuhinderlijke functies en milieugevoelige objecten (woningen) mogelijk gemaakt.

Daarnaast zijn op korte afstand van het plangebied diverse agrarische bedrijven gevestigd (intensieve veehouderij, glastuinbouw). Deze bedrijven zijn in deze paragraaf niet beschouwd, aangezien het een bestaande situatie betreft, die door de vaststelling van dit bestemmingsplan niet zal wijzigen.

Conclusie

Dit bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen. De aanwezigheid van voorzieningen in de wijken draagt bij aan de leefbaarheid. Het aspect is dan ook niet relevant, aangezien er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.